Ik was in Den Bosch naar het museum geweest en ik loop naar buiten de stad in toen mijn oog viel op een ruit met de tekst
Bar Wijnig
Meer stond er niet. Maar ik bleef staan, en ik dacht: wacht een even, wat staat daar nou precies? Ik las het nog eens en het klikte in mijn brein en ik moest lachen. Hardop.
Wat een vondst en wat een feest voor mijn taal-liefhebbend brein.
Dit is nou een mooi voorbeeld wat woordkunstenaars met je doen.
Ze zetten je op het verkeerde been, laten je stilstaan.
Ze halen je even uit je automatische piloot, brengen een twinkeling in je hoofd of in mijn geval, een grijns op je gezicht.
In mijn werk als loopbaanadviseur herken ik het talent van de woordkunstenaar meteen:
het vermogen om met taal iets open te breken.
Om precies de juiste woorden te vinden die blijven hangen,
niet omdat ze hard roepen, maar omdat ze iets doen.
Het is vaak zó vanzelfsprekend voor degene die dit zo doet, dat het nauwelijks als talent wordt gezien. Juist daarom is het de moeite waard om het in het licht te zetten en te onderzoeken hoe je het in je werk nog meer tot zijn recht kunt laten komen.
Want ze maken je nieuwsgierig en ze roepen gevoel op.
Ze geven persoonlijkheid aan een plek, een bedrijf, een mens.
En soms maken ze taal zó tastbaar dat je het wil navertellen (zoals ik nu doe)
Ik zie ze vaker, die vondsten die blijven hangen.
Zoals in een berm:
Maai Mei Niet
Een speelse uitnodiging om het gras te laten groeien.
Of die garage met de slogan:
Vele banden maken licht werk
Een draai aan een klassiek spreekwoord: droog, scherp en verrassend raak.
Maar die bar in Den Bosch?
Die verdient een lintje.
Want hoe heerlijk is het als iemand niet kiest voor ‘Grand Café De Markt’ ‘,
maar voor: Bar Wijnig?
Zo simpel. Zo slim. Zo memorabel.
Dus als de eigenaar dit leest: hulde.
Je hebt mijn dag gemaakt.
En nu maar hopen dat, als ik er de volgende keer iets ga drinken, hij niet bar weinig wijn in mijn glas schenkt.